Diamanten spreken tot de verbeelding. Ze schitteren, ze zijn zeldzaam en ze hebben door de eeuwen heen een bijna mythische status gekregen. Maar wat is een diamant nu echt? Waar komt hij vandaan, waarom is hij zo waardevol en wat maakt het verschil tussen een diamant in een sieraad en een diamant als investering? In dit eerste deel van Het Diamant Dossier vertellen we je er alles over.

Een diamant bestaat uit één enkel element: koolstof. Maar niet zomaar koolstof. Alleen onder enorme druk en temperaturen, tientallen kilometers onder de aardkorst, verandert koolstof in een diamant. Dat proces duurt miljoenen jaren.
Daardoor is een diamant het hardste natuurlijke mineraal op aarde. Op de schaal van Mohs (de internationale maat voor hardheid) scoort diamant een perfecte 10. Geen enkel ander natuurlijk materiaal komt in de buurt.
In de handel spreken we grofweg over drie soorten stenen die op diamant lijken:
– natuurlijke diamanten (ontstaan in de aarde)
– lab grown diamanten (gemaakt in een fabriek)
– simulanten zoals moissaniet en zirkonia (lijken op diamant, maar zijn dat niet)
Alle drie glanzen, maar alleen de natuurlijke diamant heeft de zeldzaamheid én de waarde die door de markt wordt erkend.
Tijd voor een klassieker: Rolex Datejust 16233
01-12-2025
Edelmetalen als uniek en waardevol geschenk
01-12-2025
Tijd voor een klassieker: Tissot Seastar Automatic 18k
13-11-2025
Verwachtingen voor goud en zilver in 2026
13-11-2025
Waarom investeren in goud ook voor jou mogelijk is
20-10-2025
Diamanten komen vooral voor in zogeheten kimberliet- en lamproietpijpen: oude vulkanische gangen die diamanten vanuit de diepte naar het aardoppervlak brachten. Daarnaast worden ze vaak gevonden in rivierbeddingen of kustafzettingen, waar ze door erosie terechtkwamen.
De meeste diamanten komen uit Angola, Botswana, Lesotho, Namibië, Zuid-Afrika, Rusland (met name Siberië), Canada, Australië (vroeger vooral de bekende Argyle-mijn met roze diamanten), Brazilië en Venezuela.
Historisch gezien was India hét diamantland. Eeuwenlang kwamen daar alle diamanten vandaan die in Europa werden gedragen. Via handelsroutes bereikten ze Venetië, en van daaruit de rest van het continent. Ze werden bewonderd in hun natuurlijke octaëdervorm en later bewerkt met simpele slijptechnieken zoals het puntslijpsel, waarbij de natuurlijke facetten werden vlakgeslepen. Diamanten waren toen vooral symbolen van macht, rijkdom en eeuwigheid. Pas in de 19e eeuw, met de ontdekking van grote mijnen in Afrika, werden diamanten breder toegankelijk en ontstond de moderne diamantindustrie.
Een ruwe diamant schittert nauwelijks. Het wordt pas een kunstwerk door slijpen. De slijpvorm bepaalt voor een groot deel hoe een diamant licht vangt en terugkaatst, en daarmee hoe sprankelend hij oogt.
Oude slijpvormen zoals de Old Mine Cut en de Old European Cut werden volledig met de hand gemaakt. Asymmetrisch, soms een beetje ruw, maar vol karakter en geliefd bij verzamelaars. De meest klassieke vorm is de ronde briljant, veruit de populairste slijpvorm met ± 75% van de diamantslijpvormen. Hij heeft 57 of 58 facetten en staat bekend om zijn maximale schittering.
Vandaag kiezen veel mensen onder andere voor moderne slijpvormen zoals:
– de emerald cut, bekend om de heldere “spiegelvlakken”
– de oval, die vingers optisch langer maakt
– de pear, de peervormige versie, breed aan de ene kant, puntig aan de andere kant
– de cushion cut, zacht en afgerond
– of de princess cut, een strakker, vierkant alternatief
Elke slijpvorm laat de diamant er anders uitzien en bepaalt hoe hij tot leven komt.
Niet elke diamant is een beleggingsdiamant. Sterker nog: de meeste diamanten worden gekocht als onderdeel van een sieraad: omdat ze mooi zijn, een verhaal hebben, of iets betekenen.
Bij sieraden draait het om emotie. Mensen kiezen vooral op gevoel, uitstraling en stijl. De 4 C’s (“carat, cut, color & clarity”, daarover later in deze serie meer) zijn belangrijk, maar kleine compromissen in kleur of zuiverheid zijn heel normaal, zolang de steen maar mooi oogt. Een sieraad wordt tenslotte gekocht om te dragen, niet om te verhandelen.
Voor beleggingsdiamanten ligt de lat een stuk hoger. Een beleggingsdiamant moet voldoen aan strenge eisen: hoge kleur, hoge helderheid, uitstekende slijpkwaliteit en bij voorkeur een ronde briljant (omdat die wereldwijd het makkelijkst te verkopen is).
Bovendien is een gecertificeerde diamant verplicht. Alleen met een certificaat van bijvoorbeeld GIA, HRD of IGI heeft een diamant echte beleggingswaarde. Een ring met diamant is dus niet automatisch een “investering”. Bij beleggingsdiamanten draait alles om kwaliteit, liquiditeit en marktwaarde.
Een diamant is meer dan een mooie steen. Het is een stukje natuurgeschiedenis, vakmanschap en, in het geval van beleggingsdiamanten, een vorm van waarde opslag die wereldwijd wordt erkend.
In het volgende deel van Het Diamant Dossier duiken we dieper in op de 4 C’s, de basis van elke diamantbeoordeling.
Wil je meer weten over diamanten? Kijk op deze pagina.